donderdag 9 mei 2013

Versla de vermoeidheid

Een verhaal van Marc Gerlings - in Pro Run

Marc verteld precies zoals ik het ook wel eens voel.


Na een goede training voel je je vermoeid, lekker vermoeid. Bij een wedstrijd zet je een tandje erbij. Je start wat sneller dan normaal en je laat je meezuigen door al die andere lopers. De adrenaline van de wedstrijd maakt dat je sneller wilt lopen. De vermoeidheid slaat toe en je ziet die geplande mooie eindtijd als sneeuw in de voorjaarszon smelten. De tijd loopt op en die vermoeidheid wordt er ook niet minder op. Hoe kun je die vermoeidheid verslaan.


Eerlijk is eerlijk, op ieder niveau blijft een wedstrijd lopen een balans waarop je net wel of net niet vermoeid raakt. Je wilt graag snel lopen. Dan raak je ook je eigen grenzen aan. Daar ontkom je niet aan. Hoe beter je kunt omgaan met vermoeidheid, hoe makkelijker je loopt. Dat kan schelen in de eindtijd.
 
Train langer
De eerste trainingstip heeft te maken met de duurloop. Hoe langer je loopt, des te sterker wordt het duurvermogen. Train daarom eens een kwartier langer.

Waarschijnlijk weet je nu voor jezelf wel op welk punt tijdens je duurlopen, je prestatie inzakt omdat je de grens bereikt. Ga daar eens in de twee weken aan voorbij, loop dan 10% extra. Je lichaam reageert na je training met het verbeteren en versterken van je bloedvaten. Daarmee verbeter je ook de opname van zuurstof. Dat draagt bij aan een betere conditie.

 
Interval langer
Een training waarbij je net als in de wedstrijd tegen je grens aankomt, is de interval. Je loopt hard, heel hard voor jou niveau waarna een actieve herstelpauze volgt. Stel dat je intervallen loopt van 500 meter, probeer bij je volgende training eens een paar keer een interval van 800 meter. Hoe langer de interval hoe meer je de intensiteit ervaart die je ook in een wedstrijd voelt.

 
Focus op ademhaling
Is je ademhaling goed verdeeld, of juist onregelmatig? Loop je met een onregelmatige ademhaling, rustige verdeling verstoord door korte extra inhalen, dan raak je het ritme van je looppas kwijt. Je brengt jezelf in de war. Dat wil je niet, zeker niet als je net over de grens zit van té vermoeid en met het gevoel van brandende longen je wedstrijd loopt.

Natuurlijk is de wedstrijd hard werken, dus ook veel ademhalen. Probeer de ademhaling te regelen naar je pas. Als die mooie samenvallen dan voel je minder vermoeidheid. Het kan dan ook de afleiding worden voor die vermoeidheid waardoor voor je gevoel de wedstrijd makkelijker wordt.

 
Snelle eerste kilometers
Veel lopers starten iets te snel. Dat is ook niet zo raar. De wedstrijd brengt gezonde spanning met zich mee en die komt vrij in de eerste kilometers. Het is zoals artiesten de eerste minuten plankenkoorts ervaren maar dan duwt de performance die zenuwen weg.

Bepaal na die eerste minuten of je op een goed tempo zit. Kun je aanhaken bij lopers die je gewenste tempo lopen? Of zijn er pacers in de buurt waar je je op kunt richten? Je bent misschien te snel gestart maar dan ben je ook die zenuwen kwijt. Richt je niet op ‘o, ik ben te snel gestart’ maar op wat het beste past bij je wedstrijd. Dat kan afhangen van de lengte, de hoogteverschillen in het parcours, de warmte en zeker ook wat je naaste concurrenten doen. Richt je op een nieuwe balans. Iedere seconde kun je een nieuwe beslissing maken over het verloop van je race. Je zit niet vast aan dat iets te hoge starttempo.

 
Toptijd, niet altijd
Het harde feit is dat we niet bij iedere wedstrijd een toptijd lopen. Komt er een belangrijke wedstrijd voor je aan? Doe dan in de voorbereiding mee aan een paar voor jou minder belangrijke wedstrijden. Je doet ervaring op. Je weet hoe de wedstrijden gaan en vooral hoe je je voelt. Die ervaring kan minstens zo belangrijk zijn als vele uren trainen in je eentje.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten